Jeanine en Yrieka

Dressuur

Dressuur rijden is het gymnastiseren en ontwikkelen van een paard zodat hij beter in staat is om het werk te doen en de mens te dragen. Het rijden van diverse oefeningen hebben slechts het doel om zijn uithoudingsvermogen en de kracht/lenigheid te vergroten en het paard te helpen zijn (natuurlijk wel aanwezige) horizontale en verticale balans terug te vinden wanneer hij wordt bereden.

Het leerproces van een paard zou moeten verlopen in de volgorde van het Skala der Ausbildung (Klassieke dressuur):

  • Takt: elke pas heeft dezelfde kracht, regelmaat en afdruk (simpel gezegd: alle passen zijn gelijk in hetzelfde ritme)
  • Ontspanning: het paard ontspant zichzelf zowel mentaal als fysiek. Zonder psygische ontspanning is geen fysieke ontspanning mogelijk.
  • Aanleuning en nageeflijkheid: aanleuning is een constante, ontspannen verbinding van de achterhand naar de voorhand van het paard, terug naar de hand van de ruiter (simpel gezegd: het paard geeft de ruiter aan beide teugels dezelfde, ontspannen verbinding en volgt te allen tijde de hand van de ruiter). De ruiter neemt contact en het paard kan dan aanleuning aannemen. Nageeflijkheid is het in vertrouwen loslaten in de nek (atlas-draaier) en kaak ontstaan door een ondertredend achterbeen.
  • Impuls en Schwung: impuls is de voorwaartse drang van het paard, opgewekt én gecontroleerd door de ruiter (simpel gezegd: het paard geeft de ruiter elke pas het gevoel uit zichzelf voorwaarts te willen in het tempo dat de ruiter aangeeft). Schwung betekend dat het paard zich soepel en los door zijn lijf beweegt met impuls.
  • Rechtgerichtheid: een paard dat in balans loopt waarbij hij zijn gewicht zowel aan zijn linker- als zijn rechterzijde gelijk verdeelt en zijn spieren aan beide zijden even lenig en sterk zijn (simpel gezegd: het paard is aan twee kanten gelijk en loopt even simpel linksom als rechtsom).
  • Verzameling: het gewicht dat het paard op zijn achterhand draagt. Door het snel leren optillen van zijn achterbeen en het onder de massa te brengen gaat het paard zijn gewicht meer op zijn achterhand dragen, de graad van de verzameling hangt af van de scholing van het paard en de graad van africhting (simpel gezegd: zijn gewicht in meer of mindere mate op de achterhand dragen).

Het doel van de rijkunst is het paard maximaal te ontwikkelen, binnen zijn mogelijkheden. Aan de hand van een breed scala aan rechtrichtende buigingsoefeningen wordt het paard behoedzaam en zonder druk getraind, zodat het paard zich kan ontwikkelen tot de elegante, trotse, zelfbewuste verschijning die hij van nature is.

Het leerproces bij mensen (ruiter) kan je grofweg verdelen in:

  • onbewust – onbekwaam
    Je doet het, je vindt het leuk maar eigenlijk kan je het nog niet en weet je niet wat je doet.
  • bewust – onbekwaam
    Je doet het maar je bent jezelf ervan bewust dat je het nog niet goed kunt
  • bewust – bekwaam
    Je doet het best goed maar je moet er nog veel bij nadenken
  • onbewust – bekwaam
    Het gaat bijna vanzelf

Als iemand wil leren kan het zijn dat hij met de ene “vaardigheid” al bij stadium 4 is maar bij een andere “vaardigheid” nog bij stadium 2. Een beginnend ruiter gebruikt zijn paard als leermeester. Pas als een ruiter voor vele oefeningen het 4e stadium heeft bereikt kan hij een “groen” paard iets gaan leren.

Hoe leert iemand (ruiter):

Iedereen leert op zijn eigen manier en in zijn eigen tempo. Sommige mensen zijn meer analytisch ingesteld en hebben een dominante linker hersenhelft, terwijl anderen meer conceptueel ingesteld zijn en een dominante rechter hersenhelft hebben. Door rekening te houden met je eigen leerstijl kun je optimaal profiteren van je (paardrij)lessen.
Tijdens mijn lessen bied ik de aanwijzingen graag op drie verschillende manieren aan, namelijk auditief, visueel en kinesthetisch (gevoel). We gebruiken allemaal een combinatie van deze drie manieren om informatie op te nemen.
Als je erg van lezen houdt, makkelijk gesproken aanwijzingen begrijpt en snel vreemde talen oppikt, dan leer je waarschijnlijk auditief. Als je het juist moeilijk had op school, beter was in sport, iets moet ‘voelen’ voordat je weet hoe je het moet doen en moeite hebt met een lange, intellectuele uitleg, dan leer je meer kinesthetisch (gevoelsmatig). Als je tenslotte makkelijk iets kunt nadoen als je het een keer gezien hebt, of als je een duidelijk beeld in je hoofd nodig hebt om iets te kunnen doen, dan heb je waarschijnlijk een visuele leerstijl.

Paardrijden is vooral een kinesthetische ervaring. Toch moet je ook kunnen visualiseren wat je wilt gaan doen, zoals in een dressuurproef, waarin je de lijn ‘ziet’ die je wilt gaan rijden.
Over het algemeen houden mannen vaak van specifieke, analytische aanwijzingen, terwijl vrouwen vaak de voorkeur geven aan plaatjes en gevoel.
Zodra je begrijpt hoe je het beste nieuwe informatie opneemt (beschrijving, plaatjes of gevoel) kun je je instructeur vragen om je favoriete stijl te gebruiken tijdens je lessen. Als je instructeur je opdraagt om iets te voelen, vraag hem of haar dan eens om je te laten zien wat je moet doen (als je visueel leert), je te laten voelen wat de instructeur zelf doet (als je kinesthetisch leert), of om een specifieke aanwijzing (als je auditief leert). Op die manier haal je meer uit je les, omdat je informatie krijgt op een manier die je goed kunt verwerken.

Dit is geen kwestie van intelligentie; het is slechts een kwestie van begrip van je eigen leerstijl.

Hoe communiceer je:

Waarom past niet elk paard goed bij mij?
Omdat je als ruiter moet communiceren met je paard heb je ook te maken met je eigen aard. Een afwachtende observerende aard is voor sommige paarden niet snel of duidelijk genoeg. Andere paarden houden niet van een te rechtstreekse doortastende aanpak. Steeds bereidt zijn nieuwe dingen uit te proberen kan zeer verwarrend zijn voor paarden. Een goed paardenman of vrouw kan de behoeftes van zijn paard aanvoelen en zich aanpassen.


Paard en Harmonie
Huenderweg 17
8386 XB  Doldersum

06 - 53 15 70 89
05 21 - 38 80 73

info@paardenharmonie.nl